Nu de handhaving van de Wet DBA per 1 januari 2025 volledig is hervat, staat het inhuren van zelfstandigen opnieuw hoog op de agenda van (publieke) organisaties. Waar jarenlang vooral met modelovereenkomsten werd gewerkt en handhaving beperkt bleef, gaat de Belastingdienst nu actief toetsen of zzp’ers echt zelfstandig werken. Volgens Jeroen van Engelen, eigenaar van Zero Administratie & Advies en NEN 4400-1inspecteur, betekent dit dat publieke inkopers scherper moeten zijn dan ooit.
“De zzp’er bestaat juridisch niet,” begint Van Engelen. “Iemand is óf ondernemer, óf werknemer. De vraag is dus: wat is de aard van de samenwerking?”
De wet ziet een zzp’er niet
In 2024 telde Nederland 1,25 miljoen zelfstandigen, goed voor 13,5 procent van alle werkenden. Een groot deel daarvan functioneert prima als ondernemer. Maar er is ook een groep voor wie zelfstandigheid vooral een constructie is, vaak voortkomend uit flexibilisering in sectoren zoals logistiek, bouw en beveiliging. “Mensen die vroeger in loondienst waren en nu exact hetzelfde werk doen als ‘ondernemer’, soms voor 18 euro per uur,” legt Van Engelen uit. “Daar blijven na aftrek van verzekeringen, pensioenkosten en administratie nauwelijks inkomsten over.”
Dat leidt niet alleen tot onzekerheid voor zelfstandigen zelf, maar ook tot druk op het sociale stelsel. Daarom wordt in de politiek gesproken over een minimumtarief van circa 34 euro per uur. “En juist in dit debat speelt de Wet DBA een belangrijke rol,” zegt Van Engelen. “Die wet moet duidelijk maken of iemand echt zelfstandig werkt.”
Hoe de Belastingdienst beoordeelt
De beoordeling van de arbeidsrelatie is geen optelsom meteen score als resultaat, vertelt Van Engelen. “De Belastingdienst werkt in stappen. Eerst wordt gekeken naar de elementen van een dienstverband: persoonlijke arbeid, loon en gezag. Als die drie aanwezig zijn, ben je in beginsel klaar: dat is een dienstbetrekking.”
Pas daarna wordt gekeken naar zelfstandigheid:
· de vrijheid om het werk in te delen
· het hebben van meerdere opdrachtgevers
· het lopen van ondernemersrisico
· het gebruik van eigen middelen en verzekeringen
De formele zaken: een KvK-inschrijving, een opdrachtovereenkomst, een website, komen pas als laatste. “Dat is precies waar organisaties soms te veel op vertrouwen,” zegt Van Engelen. “Maar het is de praktijk die telt, niet het papier.”
De impact voor publieke inkopers
Voor inkopers wordt het concreet zodra de organisatie iemand wil inhuren voor een opdracht die veel raakvlakken heeft met reguliere werkzaamheden. “Je staat aan de voorkant van het proces,” zegt Van Engelen. “Jullie kiezen wie wordt ingehuurd, via welke route en onder welke voorwaarden. Daarmee leg je de basis onder de uiteindelijke beoordeling.”
Het klassieke voorbeeld: de zzp projectmanager via eenbroker
Een zzp projectmanager wordt via een broker ingehuurd om bijeen klant een verbouwing te coördineren. Hij werkt fulltime volgens het rooster van een klant, heeft een leidinggevende, zit in teamoverleggen en wordt regulier beoordeeld zoals eigen personeel. “Dan ziet de Belastingdienst dat als loondienst,” legt Van Engelen uit. “Dat risico ligt bij de eindopdrachtgever, ongeacht wat er op papier staat.”
De vragen die volgens hem standaard in het inkoopproces thuishoren:
· Hoe zelfstandig kan deze persoon in de praktijkwerken?
· Wie stuurt aan en hoe?
· Past de constructie bij de aard en duur van het werk?
“Daarmee voorkom je dat je een zzp’er inzet op een plek waar je eigenlijk gewoon arbeidskracht inkoopt.”
Niet alleen de opdracht, maar ook de keten telt
Naast de aard van het werk kijkt Van Engelen naar de keten waarlangs wordt ingehuurd. “Niet elke broker of intermediair werkt hetzelfde.De verschillen in zorgvuldigheid zijn enorm.”
Keurmerken kunnen helpen bij het beperken van risico’s. DeNEN 4400-1 is daarvan de bekendste. Die richt zich op fiscale betrouwbaarheid en ketenaansprakelijkheid en wordt beheerd door de Stichting Normering Arbeid. Alleen partijen die periodiek worden doorgelicht komen in het SNA-register.
Daarnaast is er het NBBU ZZP-bemiddelingskeurmerk, dat specifieker kijkt naar het zorgvuldig bemiddelen van zelfstandigen volgens richtlijnen van de Belastingdienst.
Maar zelfs met zulke keurmerken is het goed om waakzaam te zijn. “Een certificering is geen uitsluitsel van DBA-risico’s van een opdracht,” benadrukt Van Engelen. “Die gaat vooral over het betalen van diverse belastingen zoals loonheffingen en omzetbelasting. Je kunt dus alsnog via een gecertificeerde broker schijnzelfstandigheid creëren.”
Het gevaar van inlenersaansprakelijkheid
Wanneer een leverancier failliet gaat of de loonheffingen niet afdraagt, kan de Belastingdienst de openstaande bedragen verhalen op de opdrachtgever. Dit heet inlenersaansprakelijkheid.
Volgens Van Engelen onderschatten organisaties hoe diep dat kan ingrijpen. “Als je via een gecertificeerde partij werkt en betaalt via een g-rekening, kun je een deel van dat risico afdekken. Zonder g-rekening en de toepassing van het juiste percentage bestaat er geen disculpatie. Dat wordt nog te vaak vergeten.”
NEN-gecertificeerde organisaties worden minimaal twee keer per jaar volledig doorgelicht. Daarbij worden financiële administratie, loonadministratie, inleen- en uitleendossiers én zzp-dossiers gecontroleerd. “Ze gaan verder dan een accountantscontrole,” zegt Van Engelen. “Daarom is het in veel gevallen verstandig om met gecertificeerde partijen te werken. Je koopt er zekerheid mee.”
Detachering, uitzending en schijnconstructies
Van Engelen ziet in de praktijk dat er regelmatig onduidelijkheid bestaat over begrippen. Detachering en uitzending vallen juridisch onder hetzelfde regime: het ter beschikking stellen van arbeid door een werkgever.
“Een gedetacheerde is altijd werknemer van de detacheerder,” zegt hij. “Daar is geen DBA-risico, want er wordt gewoon loonheffing betaald.”
Het wordt ingewikkeld wanneer brokers zzp’ers inzetten onder het label ‘detachering’. “Op papier lijkt het dan detachering, maar feitelijk werk je met een zelfstandige. Dat brengt je terug naar de DBA-regels. Ook als een broker NEN-gecertificeerd is, blijft er een opdrachtgever liggen. Het moet nog maar blijken wie eventueel verantwoordelijk gehouden wordt bij naheffingen.”
De keten wordt langer, het risico groter
Bij tussenkomst sluit de broker contracten met zowel zzp’er als opdrachtgever, waardoor er meerdere schakels ontstaan die allemaal marge rekenen. “In ketens van drie of vier partijen raak je het zicht kwijt op wie waarvoor verantwoordelijk is,” waarschuwt Van Engelen.
Bemiddeling is transparanter. Dan sluiten opdrachtgever en zzp’er direct een overeenkomst en factureert de broker alleen de bemiddelingsfee. “Dat maakt het eenvoudiger om de feitelijke samenwerking te toetsen.”
Gecertificeerde brokers mogen bovendien maar beperkt inkopen bij niet-gecertificeerde onderaannemers. In de praktijk lukt dat niet altijd.“En zodra de keten niet meer volledig gecontroleerd is, lopen de risico’s op.”
De WTTA verandert het speelveld verder
Met de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten komt een toelatingsstelsel terug voor uitleners. Alleen ondernemingen met vergunning mogen straks arbeidskrachten ter beschikkingstellen.
“Voor publieke inkopers betekent dit dat je straks alleen nog samenwerkt met toegelaten uitleners,” zegt Van Engelen. “Het wordt daarmee belangrijk om nu al kritisch te kijken naar je leverancierslijst. Wie gaat deze toetsing straks doorstaan?”
3 praktische veranderingen
Volgens Van Engelen zijn er drie praktische veranderingen nodig.
1. De eerste is het toetsen van de feitelijke situatie. “Niet afgaan op papier, maar kijken naar hoe er echt gewerkt gaat worden.”
2. De tweede is keten bewustzijn. “Weten via wie je inkoopt en welke verplichtingen daarbij horen.”
3. De derde is het kiezen van de juiste constructie. “Niet elke opdracht is geschikt voor zzp-inzet. En hoe langer deketen, hoe groter het risico. Een directe relatie met de opdrachtnemer geeft altijd de meeste duidelijkheid.”
Hij benadrukt dat publieke inkopers de deur niet dichtmoeten gooien voor zelfstandigen. Dit zijn waardevolle krachten die specialismes meebrengen die vaak nodig zijn. Beoordeel iedere samenwerking afzonderlijk, maar ken ook de valkuilen. En mocht je twijfelen, laat het dan eerst juridisch toetsen.
"
"
Inzicht
"
"
Inzicht
Vul hier je gegevens in en ontvang de download in je mail
Bedankt! Je aanvraag voor de download is goed ontvangen.
Oeps! Er is iets fout gegaan, probeer het later opnieuw a.u.b.
Siep Eilander: “Waarom samenwerking het lastigste én belangrijkste is in inkoop”
Wie het verhaal van publieke inkoop bij de Rijksoverheid wil begrijpen, moet langs de loopbaan van Siep Eilander. In een uitgebreid gesprek met Inkoop.Pub vertelt Siep Eilander openhartig over de praktijk van inkoop binnen de overheid, de lessen die hij leerde en hoe hij naar de toekomst kijkt.
Nancy van Bemmel
2025-12-15
Nieuws
15/12/2025
250
Uitgelicht
Schotanus: “Het lukt ons nog niet goed genoeg om aanbestedingen simpeler te maken”
Het is een trend die al langer zichtbaar is: competitie om Europese overheidsopdrachten neemt af. Maar waar komt dat precies door? En hoe kun je hier als inkoopprofessional op inspelen? Hoogleraar Fredo Schotanus geef verdere tekst en uitleg.
Cato Verhoeven
2025-12-08
Nieuws
8/12/2025
219
Uitgelicht
Nieuwe veiligheidseisen vanaf 2026: dit betekent de ABRO voor jou als inkoper
Vanaf 1 januari 2026 krijg je als inkoopprofessional in de publieke sector mogelijk te maken met de ABRO: de Algemene Beveiligingseisen voor Rijksoverheidsopdrachten. In dit artikel lees je alles over de nieuwe eisen.
Siep Eilander: “Waarom samenwerking het lastigste én belangrijkste is in inkoop”
Wie het verhaal van publieke inkoop bij de Rijksoverheid wil begrijpen, moet langs de loopbaan van Siep Eilander. In een uitgebreid gesprek met Inkoop.Pub vertelt Siep Eilander openhartig over de praktijk van inkoop binnen de overheid, de lessen die hij leerde en hoe hij naar de toekomst kijkt.
Nancy van Bemmel
2025-12-15
Nieuws
15/12/2025
250
Uitgelicht
Schotanus: “Het lukt ons nog niet goed genoeg om aanbestedingen simpeler te maken”
Het is een trend die al langer zichtbaar is: competitie om Europese overheidsopdrachten neemt af. Maar waar komt dat precies door? En hoe kun je hier als inkoopprofessional op inspelen? Hoogleraar Fredo Schotanus geef verdere tekst en uitleg.
Cato Verhoeven
2025-12-08
Nieuws
8/12/2025
219
Uitgelicht
Nieuwe veiligheidseisen vanaf 2026: dit betekent de ABRO voor jou als inkoper
Vanaf 1 januari 2026 krijg je als inkoopprofessional in de publieke sector mogelijk te maken met de ABRO: de Algemene Beveiligingseisen voor Rijksoverheidsopdrachten. In dit artikel lees je alles over de nieuwe eisen.